Het gesprek
De hele vliegtuigrit moet ik op mijn tong bijten, maar zodra we in Bangkok aankomen, moet ik er wonder boven wonder niet meer aan denken. Heeerlijk vakantie! We blijven hier 1 nachtje dan vliegen we naar Myanmar. Ik heb er zin in!
Ook de eerste dagen in Myanmar gaat het goed. We doen zoveel leuke dingen en zien zoveel dat ik zelf weer begin te twijfelen of kinderen wel in dit leven passen haha. Maar goed, dat gevoel duurt maar even.
We zijn nu 8 dagen weg en hij heeft er nog niets over gezegd. We zijn inmiddels bij het Inle meer aangekomen waar we een wandeling gaan maken, maar verkeerd lopen. Op de terugweg kan ik het niet meer houden: “we zouden het deze vakantie toch over een baby hebben?” Denny reageert meteen gepikeerd, “nee, ná de vakantie”. Wat?! Deze woorden schieten me meteen in het verkeerde keelgat. Ik ben het zó beu!!!
Ik ontplof echt daar in the middle of nowhere en alles wat al die tijd opgekropt zat, komt er uit: dat ik denk dat hij bang is; dat ik bang ben dat hij me alleen maar aan het lijntje houdt; dat ik het zat ben om te wachten en dat als hij geen baby wilt dat hij het gewoon MOET ZEGGEN! Dan kunnen we verder met ons leven. Ik ben zo woest dat ik niet eens wacht op antwoord. Ik stap woedend voor hem uit, vechtend tegen mijn tranen. Kutzooi, kut baby, kut land. Het kan me allemaal gestolen worden. Bekijk het maar! Ik loop en loop en loop. De weg terug is een stuk makkelijker te vinden. Denny loopt achter me. Het zal er gek uit zien. Twee van die blanken op bergschoenen waarvan de vrouw woedend meters voor haar man uit loopt.
Er gaan zoveel dingen door mijn hoofd, maar het meest overheerst dat ik nu echt duidelijkheid wil. Ik wil niet verder zonder Denny, maar ik moet wel weten of dat met of zonder baby gaat zijn, ik kan niet meer tegen die onzekerheid!
Ik weet niet hoe lang ik loop, maar we komen langzaamaan in de bewoonde wereld. Gelukkig weet ik de weg terug zonder het aan Denny te vragen. Als ik voor het guesthouse sta weet ik opeens niet wat ik moet doen. Moet ik nu naar binnen gaan en met hem in één kamer gaan zitten? Of zal ik doorlopen? Ik sta daar maar besluiteloos en voordat ik het weet staat Denny voor mijn neus. Hij kijkt me aan met die puppy ogen van hem. Zo noem ik die altijd. Dan kan hij zo gekwetst naar me kijken, dat ik vaak meteen al onze ruzie wil goed maken. Ik weet alleen niet hoe ik dit goed kan maken, ik kan dit niet goedmaken. Hij moet dat doen. Door me een antwoord te geven. En. Wel. Nu!
————
Ps. 1: voor 1x dan: morgen komt er een extra blog.
Ps. 2: Noot van Denny: “de afspraak was echt om het ná de vakantie erover te hebben.”. 🙂
Oooh, gelukkig morgen weer 🙂
Goede cliffhanger! 🙂